Nederland wil in 2050 een circulaire economie zijn. Een economie zonder afval, waarbij alles draait op herbruikbare grondstoffen en demontabel bouwen. Het boek ‘Waste to Wealth: Creating Advantage in a Circular Economy’ onderscheidt vijf circulaire verdienmodellen: 1. Circulair ontwerpen 2. Product as a service 3. Levensduurverlenging 4. Deelplatforms 5. Waardeterugwinning
Al deze verdienmodellen hebben hun eigen kenmerken, maar er is ook overlap tussen de verschillende verdienmodellen. Het helpt om op deze manier te kijken naar circulariteit om uw eigen strategie en circulaire toepassing te bepalen. Hieronder zijn de verschillende verdienmodellen beschreven.
1. Circulair ontwerpen
Bij het verdienmodel ‘circulaire inputs’ gaat het om het ontwerpen en maken van (installatie)systemen met zo min mogelijk materialen, de inzet van hergebruikte onderdelen, stekerbare systemen en demontabel ontwerpen.
Bij stekerbaar installeren worden bijvoorbeeld prefab-onderdelen eenvoudig ingeplugd op de elektrische infrastructuur in een pand. Het elektrisch netwerk kan zo op ieder gewenst moment eenvoudig worden aangepast. Omdat stekerbare systemen herbruikbaar zijn, verlengt dit de levensduur van de installaties. Zo kan een installatie gedemonteerd worden en in een andere ruimte of gebouw weer worden aangesloten. Hierdoor kunnen installaties meebewegen met de eisen die de gebruiker stelt aan een pand.
2. Product as a service
Bij het ‘product as a service’ verdienmodel verschuift de verantwoordelijkheid voor het product van de klant naar de leverancier. De leverancier blijft eigenaar van een product. Dit stimuleert de fabrikant om het product of installatie zó te ontwerpen dat het makkelijk valt te repareren, te demonteren en dat de restwaarde maximaal is. Dit met als resultaat dat producten en onderdelen optimaal worden ingezet en de gebruiker beter wordt bediend.
M-Use® van Mitsubishi is hiervan een mooi voorbeeld. Dit is een circulair model voor liften waarbij wordt afgerekend op gebruik in plaats van een traditionele aanschaf en onderhoudsabonnement Dit ‘product as a service’-model voorkomt hoge investeringskosten voor de klant én hergebruik en recycling staan voorop. De circulaire omgang met materialen en effectief liftonderhoud kunnen hierdoor een langere levensduur met zich meebrengen in vergelijking met gekochte liften.
3. Levensduurverlenging
Dit is misschien al wel het meest toegepaste verdienmodel binnen de installatiesector. Bij levensduurverlening gaat het om het slim gebruik maken van datamanagement, duurzame onderhoudscontracten, modificatie en het upgraden van systemen. Dit alles met het doel dat de installaties langer meegaan. Een demontabel ontwerp is een belangrijk vertrekpunt, zodat systemen eenvoudig uit elkaar kunnen worden gehaald en aangepast naar gelang de wensen van de klant. Daarnaast zijn onderhoud, modificatie en het upgraden van systemen een belangrijk aspecten, waarbij slim datamanagement een belangrijke basis vormt voor levensduurverlenging van systemen. Diverse grote en kleinere bedrijven binnen de sector werken al met gebouwmanagementsystemen. Het belang hiervan zal alleen maar toenemen.
4. Deelplatformen
Deelplatformen zorgen ervoor dat de capaciteit van producten optimaal wordt gebruikt. Overcapaciteit of onderbenutting wordt zoveel mogelijk voorkomen. Binnen de installatiesector is in Nederland ‘Depot 4’ een voorbeeld. Een ander voorbeeld is Werflink. Werflink is een Vlaams online deelplatform waarop bedrijven die actief zijn in de bouwsector onderling materieel, equipment, materiaaloverschotten, vracht- en opslagruimte kunnen delen, ruilen, (ver)huren en (ver)kopen. Zo wordt er samen beter gebruik gemaakt van wat er al is en wordt onnodige aankoop van nieuw materiaal voorkomen.
5. Waardeterugwinning
Bij dit verdienmodel gaat het erom systemen en onderdelen zoveel mogelijk opnieuw te gebruiken. Dit is niet hetzelfde als traditionele recycling. In de circulaire economie wordt gesproken over ‘downcyclen’ en ‘upcyclen’. Het doel is zoveel mogelijk waarde te behouden, of zelfs toe te voegen; te ‘upcyclen’. Dit kan bijvoorbeeld door:
- Refurbishen: upgraden en updaten van systemen en productonderdelen met het oog op een second-life, zodat ze ‘als nieuw’ weer in de markt gezet kunnen worden.
- Herfabriceren: hergebruik van onderdelen van een systeem ofwel het inzetten van ‘tweedehands’ onderdelen.
- Herbestemmen: onderdelen gebruiken in een andere toepassing.
Techniek Nederland heeft bijvoorbeeld het keurmerk Refurbished in het leven geroepen voor iPhones en iPad.
People, planet en profit; ook in de circulaire technieksector zijn dit termen van belang. De balans van deze termen kunnen voor mooie zakelijke groeikansen zorgen voor je onderneming. Maar dan moet je wel weten waar je vooral op moet letten in deze transitie. Om je goed op weg te helpen hebben we het Pakket De Circulaire Technieksector voor je ontwikkeld. Download het nu.