Op 27 april 2022 is de Implementatiewet Richtlijnen Verkoop goederen en Levering digitale inhoud in werking getreden via een wijziging van de regelgeving over de ‘consumentenkoop’ in Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek. Dit is een maand eerder dan aangekondigd door het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK).
In de circulaire van december 2021 heeft Techniek Nederland al bericht over de wijzigingen en de gevolgen van de nieuwe wetgeving voor koopovereenkomsten tussen een professionele verkoper en een consument (B2C). De daarin genoemde wetgeving is dus nu definitief.
De wet is feitelijk de Nederlandse omzetting van twee Europese richtlijnen, die deel uitmaken van alle richtlijnen over consumentenbescherming. Het achterliggende doel van de Europese richtlijnen is om bij te dragen aan de goede werking van de interne markt en de harmonisatie van het overeenkomstenrecht voor consumenten.
Regresrecht blijft ongewijzigd
Wat blijft is het regresrecht. Op basis daarvan kunt u als verkoper alle kosten die u maakt omdat het product niet deugt (dus de schade die u hierdoor lijdt) verhalen op de leverancier van het product. De leverancier mag en kan zijn aansprakelijkheid in zijn leverings- of garantievoorwaarden niet uitsluiten.
Recht op updates
De nieuwe wet ziet erop toe dat zowel voor digitale inhoud (bijvoorbeeld games, applicaties), digitale diensten (bijvoorbeeld streaming) als voor goederen met een digitaal element (bijvoorbeeld een smart TV) consumenten recht hebben op (beveiligings-)updates, zolang zij die redelijkerwijs mogen verwachten.
Door deze regeling worden updates, waaronder beveiligingsupdates, gezien als een noodzakelijke eigenschap van het product om aan de overeenkomst te blijven voldoen. Als de updates niet worden geleverd, wordt dit beschouwd als een conformiteitsgebrek.
Dat wil zeggen dat dan sprake is van een non-conform product. Dit wordt dus op één lijn gesteld met elk ander gebrek aan het apparaat. De consument kan u als verkoper daar dan ook op aanspreken. U kunt in dit geval uw leverancier aanspreken op basis van het regresrecht.
U kunt het recht op updates uitsluiten als u de consument op het moment van het sluiten van de overeenkomst uitdrukkelijk (schriftelijk) informeert dat hij (in zijn geheel of na een bepaalde periode) geen updates mag verwachten én de consument hier uitdrukkelijk mee akkoord gaat. Dit laatste kan bijvoorbeeld door het aanvinken van een vakje door de consument, waarbij staat ‘Ik accepteer dat er geen beveiligingsupdates worden doorgevoerd’. Dit wordt ook wel de ‘dubbele uitdrukkelijkheidstoets’ genoemd.
Omkering bewijslast verlengd
De gewijzigde wet regelt dat de duur van de zogenoemde omkering van de bewijslast wordt verlengd van 6 maanden naar 1 jaar. Bij een consumentenkoop wordt dus voortaan vermoed dat een product niet aan de overeenkomst beantwoordt wanneer het gebrek zich binnen 1 jaar na aflevering voordoet. Als verkoper moet u dan bewijzen dat het product niet gebrekkig was toen het product werd geleverd.
Bijvoorbeeld in de situatie dat het product kapot is, omdat de consument het zelf heeft laten vallen. De bewijslast ligt dus gedurende het eerste jaar na aflevering van het product bij u als verkoper en niet bij de consument.
Voorbeeld: koopt de consument een smartphone en krijgt die binnen een jaar een probleem met het toestel, dan moet de verkoper aantonen dat de smartphone bij levering in orde was en de consument het probleem heeft veroorzaakt.
Doet het defect zich pas na een jaar na aflevering van het product voor, dan geldt de hoofdregel (‘wie eist bewijst’) en moet de consument bewijzen dat sprake is van een gebrekkig / non-conform product.
Redelijke verwachtingen van koop
De nieuwe wet vereist dat het gekochte (digitale) product vanaf de levering moet voldoen aan wat de consument in redelijkheid mocht verwachten. Als dat niet het geval is en er dus sprake is van een gebrekkig (non-conform) product, moet u als verkoper alsnog de overeenkomst nakomen door het gebrek kosteloos te repareren of kosteloos een vervangend product te regelen.
Is dat niet mogelijk dan heeft de consument, afhankelijk van de specifieke omstandigheden, recht op prijsvermindering of ontbinding van de overeenkomst. In dat laatste geval krijgt de consument het aankoopbedrag terug.
De nieuwe regelgeving geeft de consument ook het recht om in de volgende gevallen sneller tot prijsvermindering of ontbinding over te gaan:
- de verkoper heeft de reparatie of de vervanging niet voltooid of geweigerd;
- ondanks de poging van de verkoper om de zaken te laten beantwoorden aan de overeenkomst blijkt dat dit niet zo is;
- het gebrek is zo ernstig dat een onmiddellijke prijsverlaging of ontbinding gerechtvaardigd is;
- uit een verklaring van de verkoper of uit de specifieke omstandigheden blijkt dat de reparatie of de vervanging van het product niet binnen een redelijke termijn tot conformiteit leidt.
Geen gebruiksvergoeding
In geval van een gebrekkig product had een consument al recht op kosteloze reparatie of vervanging van het product. In de nieuwe regelgeving staat nu expliciet dat de consument ook niet hoeft te betalen voor het normaal gebruik van het product. Dat houdt in dat u geen gebruiksvergoeding aan de consument in rekening mag brengen.
Doordat u bij reparatie of vervanging van een gebrekkig product voortaan niet meer een deel van de kosten in rekening mag brengen bij de consument, worden uw kosten hoger. Deze kosten kunt u op basis van het regresrecht verhalen op uw leverancier.
Praktijk moet het leren
De wet is op 27 april 2022 in werking getreden. Dat betekent dat deze regels, waaronder de updateverplichting, gelden voor alle apparaten die zijn verkocht vanaf 27 april 2022.
U als verkoper bent het aanspreekpunt voor de consument. De technische updates worden vaak aangeleverd door de leverancier/producent om een zorgeloze werking van het apparaat te garanderen.
De uitleg van de nieuwe wet is momenteel zeer strikt. De verkoper wordt geacht om het product goed te kennen, ook waar het gaat om eventuele updates en de verkoper is volgens de wet verantwoordelijk voor de levering daarvan. Er wordt dus meer verantwoordelijkheid bij u neergelegd. De toezichthouder op het consumentenrecht, de Autoriteit Consument & Markt (ACM), kan op dit moment nog niet concreet zeggen hoe zij hierop gaat handhaven.
Met andere woorden: het is op dit moment nog niet duidelijk hoe u hiermee kunt omgaan.
De overheid heeft het voornemen om een publiekscampagne op te zetten.
Verder is de overheid, in dit geval het ministerie van EZK, van mening dat waar de wet in de praktijk met de werkelijkheid van de winkelvloer botst via uitspraken van de rechter duidelijkheid moet komen.
Wat is er nog meer niet duidelijk?
- Hoe de handhaving van de nieuwe wetgeving door de ACM eruit gaat zien.
- Hoe de updateverplichting met alle wettelijke vereisten in de praktijk vormgegeven kan worden:
- Hoe de registratie van de gegevens van de consument door de winkelier gaat plaatsvinden, zonder moeilijkheden met de AVG;
- Bij winkelverkoop kan aan de kassa de situatie ontstaan dat de consument niet voor akkoord wil tekenen voor het uitsluiten van het recht op updates. Moet het product dan toch verkocht worden of zou de verkoper kunnen zeggen dat hij het product dan niet verkoopt?
Ervaringen in de praktijk
Omdat er nog veel onduidelijkheden zijn, zowel over de uitleg als de handhaving van de wet door de ACM, kunnen wij ons voorstellen dat dit voor u problemen oplevert in de praktijk. Mocht u ergens tegenaan lopen, laat het ons dan vooral weten.
Wij blijven in gesprek met het ministerie van EZK en de ACM, waarbij wij ook de hierboven genoemde onduidelijkheden en de door u opgedane praktijkervaringen zullen meenemen.
Uiteraard houden wij u op de hoogte als er relevante ontwikkelingen zijn.
Heeft u een vraag? Neem contact op met Techniek Nederland Advies.